Vraag en Antwoord 4 mei 2010, nr. 10-001
| Komt een gouden handdrukverzekering of pensioen tot uitkering, dan komt er meestal een kapitaal beschikbaar waarvoor de begunstigde een periodieke uitkering moet aankopen. Deze aankoop moet binnen een redelijke termijn gebeuren. In een Vraag en Antwoord heeft de Kennisgroep pensioenen aangegeven, wat een redelijke termijn is. Er moet daarbij onderscheid worden gemaakt tussen een expiratie bij in leven zijn van de verzekerde/begunstigde en een expiratie bij overlijden van de verzekerde. Expiratie | Redelijke termijn | 
| Bij in leven zijn | Zes maanden na expiratiedatum | 
| Bij overlijden | Twaalf maanden na overlijden | 
Belang voor de praktijk  
Staat op de expiratiedatum al vast, wat de duur en de hoogte van de te  ontvangen periodieke uitkeringen is, dan gaat op de expiratiedatum meteen de  periodieke uitkering in. Bovenstaande Vraag en Antwoord is dan ook alleen van  belang als op de expiratiedatum een kapitaal beschikbaar komt. Binnen zes  maanden (bij in leven zijn) of twaalf maanden (bij overlijden) moet de  begunstigde beslissen, wat hij met het kapitaal wil doen. Doet hij dit niet,  dan wordt de gouden handdruk of het pensioen na afloop van de redelijke termijn  geacht te zijn afgekocht. Er is op dat moment belasting verschuldigd volgens  het progressieve tarief. Ook is er in beginsel 20% revisierente verschuldigd.  
Heeft de begunstigde meer tijd nodig om een keuze te maken, dan kan hij  bij de inspecteur verzoeken om in zijn geval de redelijke termijn te verlengen.  De begunstigde moet dan wel aantonen, waarom in zijn geval een redelijke  termijn van zes of twaalf maanden niet redelijk is. 
Als ingangsdatum van de periodieke uitkering geldt de datum waarop de periodieke uitkering is aangekocht. Deze datum kan een half jaar na expiratiedatum liggen.
X heeft een gouden handdrukverzekering afgesloten. Op 1 februari is X 65 geworden. Op 1 december 2010 bereikt zijn gouden handdrukverzekering de expiratiedatum. Omdat X dan 65 is, moet hij de gouden handdrukverzekering laten uitkeren.
Op 1 maart 2011 heeft X besloten wat hij met zijn gouden handdrukverzekering wil doen. Hij koopt een levenslange periodieke uitkering aan. De ingangsdatum van deze periodieke uitkering wordt vastgesteld op 1 maart 2011. X is dan al 66 jaar. Omdat de expiratiedatum van de gouden handdrukverzekering echter lag in het jaar waarin X 65 werd en de redelijke termijn nog niet is verstreken, is dit fiscaal geen probleem